Nieuws Over Informatie Gesproken
Transparantie verdeelt politiek Den Haag

Door Martijn Bennis en Guido Enthoven
In aanloop naar de verkiezingen van oktober 2025 hebben 14 van de 15 politieke partijen die nu vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer hun verkiezingsprogramma gepresenteerd (alleen Denk ontbreekt nog). Een analyse van de verkiezingsprogramma's geeft aan dat politieke partijen fundamenteel verschillen over de vraag hoe open de overheid zou moeten zijn.
Koplopers omarmen structurele transparantie
GroenLinks-PvdA, Nieuw Sociaal Contract (NSC) en Volt springen eruit als de meest ambitieuze partijen op het terrein van open overheid. Deze partijen presenteren concrete wettelijke voorstellen. GroenLinks-PvdA wil een wet op actieve openbaarmaking invoeren, waardoor de overheid informatie moet delen zonder dat burgers of journalisten hierom hoeven te vragen. Daarnaast stelt deze partij voor om alle overheidsalgoritmes te registreren en openbaar te maken, inclusief een 'ethische toets' voor digitaliseringsprojecten.
NSC gaat nog verder met een pakket aan maatregelen dat de democratische controle moet versterken. De partij wil de inlichtingenplicht uit artikel 68 van de Grondwet wettelijk verankeren, een verplicht lobbyregister invoeren voor ministers en ambtenaren, en een Grondwettelijk Hof oprichten. Ook willen zij de Wet open overheid (Woo) versterken door sancties in te voeren bij overtreding van de archiefwet.
Volt schaart zich eveneens in de voorhoede met vergaande voorstellen op het terrein van digitale en Europese openheid. De partij pleit voor een Europese toetsing van algoritmes en digitale diensten met nadruk op ethiek en democratische controle. Opvallend is hun voorstel voor een gratis open-source AI-chatbot voor iedere burger, getraind op betrouwbare publieke data, om de toegang tot informatie en publieke diensten te verbeteren.
Middenmoot zoekt balans tussen vertrouwen en praktijk
Verschillende partijen erkennen het belang van transparantie, maar komen niet met concrete maatregelen. De SP koppelt openheid aan sociale rechtvaardigheid en wil algoritmes uitlegbaar maken. ChristenUnie en de Partij voor de Dieren (PvdD) zien transparantie respectievelijk als morele plicht en als wapen tegen lobby en vervuilers.
Het CDA erkent het belang van vertrouwen en pleit voor transparantie bij de digitale overheid, maar werkt dit niet uit in structurele openbaarheidsinstrumenten. BoerBurgerBeweging (BBB) wil een begrijpelijke en benaderbare overheid, maar noemt ook geen specifieke wetgeving. JA21 pleit voor een overheid die dienstbaar en open is, maar legt de nadruk op uitvoerbaarheid en technologische autonomie.
D66 wil de democratische rechtsstaat versterken en benoemt digitale transparantie als randvoorwaarde voor vertrouwen. De partij pleit voor een ‘slimme overheid’ die burgers inzicht geeft in algoritmes en besluitvorming, en wil Europese afspraken over openheid en digitale rechten. D66 komt niet met de structurele wettelijke hervormingen.
Ook de SGP benadrukt het belang van betrouwbaar bestuur en klassieke vrijheden, maar doet geen concrete voorstellen voor actieve openbaarmaking. Voor de SGP ligt de nadruk op ‘woord houden’ en dienstbaarheid, met voorzichtigheid rond digitalisering.
Achterblijvers stellen andere prioriteiten
VVD en PVV besteden opvallend weinig aandacht aan het thema transparantie. De VVD richt zich vooral op efficiëntie en een kleinere overheid. De PVV noemt digitalisering alleen in de context van soevereiniteit. Forum voor Democratie (FvD) ziet transparantie hoofdzakelijk als middel om het ‘kartel’ te bestrijden en pleit voor referenda en direct gekozen bestuurders.
De PVV en FVD tonen in hun verkiezingsprogramma nauwelijks aandacht voor open overheid. Transparantie als democratisch principe komt nergens aan bod, evenmin als informatierechten van burgers, journalistieke controle of kwaliteit van dienstverlening.
Woo blijft twistpunt
Over de Wet open overheid lopen de meningen sterk uiteen. PvdD en GroenLinks-PvdA pleiten voor meer openbaarheid. D66 wil modernisering van de Woo en versterking van digitale transparantie. De partij ziet de Woo als een randvoorwaarde voor vertrouwen in de overheid en wil aansluiten bij Europese ontwikkelingen.
De VVD wil voorkomen dat transparantie tot ‘verlamming van bestuur’ leidt. Het CDA stelt voor om de Woo efficiënter te maken door conceptteksten tot aan de besluitvorming uit te sluiten van de Woo, terwijl BBB de wet wil aanpassen tegen misbruik. SP, PVV, SGP en JA21 hebben geen concrete Woo-voorstellen. FVD noemt de Woo alleen als instrument om maximale transparantie te eisen voor alles wat in internationale organisaties wordt besproken.
Het is overigens zeer de vraag of openheid en efficiëntie met elkaar in tegenspraak zijn, het tegendeel lijkt het geval. Een vanzelfsprekende openbaarmaking waarbij AI wordt ingezet om privacy te waarborgen, kan juist zeer efficiënt zijn terwijl geslotenheid juist leidt tot veelvuldig beroep op de Woo. Een recent advies van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding schetst de gevolgen van het kabinetsbesluit om ambtsberichten over veilige landen niet langer actief openbaar te maken: een golf aan Woo-verzoeken naar deze berichten en de achterliggende documenten en een enorme werklast voor de Woo-afdelingen van ministeries.
Democratie vraagt om keuzes
De analyse van de verkiezingsprogramma's geeft aan dat Nederlandse partijen fundamenteel verschillen over de rol van transparantie in de democratie. Waar partijen als GroenLinks-PvdA, NSC, D66 en Volt openheid nadrukkelijk zien als voorwaarde voor democratische controle en vertrouwen, blijven andere partijen vaak steken in algemene termen over efficiëntie en vertrouwen. Dit verschil wordt scherper bij de analyse van concrete voorstellen. Partijen die openheid centraal stellen, komen met wetten, instituties en instrumenten. Partijen die transparantie als bijzaak zien, stellen nauwelijks concrete maatregelen voor.
Voor kiezers betekent dit een heldere keuze: willen zij een overheid die actief informatie deelt, algoritmes openbaar maakt en democratische controle faciliteert? Of geven zij de voorkeur aan een overheid die veel ambtelijke capaciteit investeert in het zo lang mogelijk afschermen van informatie?