Nieuws Over Informatie Gesproken
Terugblik keukentafelsessie #10: Jonge ambtenaren helpen overheid veranderen dankzij nieuwe tijdsgeest
Hoe moet de overheid van 2040 eruitzien? Welke idealen hebben jonge ambtenaren daarbij? Waar lopen ze tegenaan? In de tiende en laatste Keukentafelsessie op het iBestuur Congres van 13 september ging Arre Zuurmond in gesprek met jonge ambtenaren, én met een aantal ‘gevestigde’ bestuurders. Verandering hoeft immers niet te wachten tot 2040.
U kunt de video terugkijken via het YouTube-kanaal van iBestuur. Een digitaal toegankelijke video met ondertiteling wordt binnenkort beschikbaar gesteld via de website www.rcihh.nl.
Dat het soms best frustrerend kan zijn als jonge ambtenaar in de logge organisaties van departementen blijkt uit de voorgesprekken die Zuurmond deed met jonge ambtenaren. Een jonge ambtenaar heeft zeker één keer per dag de behoefte om de pc uit het raam te gooien, vertelt hij. “Als we niet beter luisteren naar de jonge generaties, raken we ze kwijt.”
Vertrouwen in de overheid
Dat past bij het ideaalbeeld dat Bram Geurds, bestuurslid van de Nationale Jeugdraad (NJR), van de overheid heeft: namelijk een overheid waar jongeren in kunnen geloven. “Dat is een overheid waar we op kunnen rekenen als we problemen hebben, en waarmee we kunnen samenwerken om dingen te veranderen.” Hij wijst op hoe weinig jongeren er bijvoorbeeld in de zaal zitten hier bij het iBestuur Congres. “Dat stoort me. Er zijn mensen in Nederland die impact kunnen maken.”
De overheid, zowel Rijk als gemeenten, zit vol goede bedoelingen, stelt Geurds, maar dat is volgens hem schijnparticipatie. “Jongeren worden niet gehoord. Ik zou graag zien dat ze structureel worden betrokken, dus van te voren duidelijk weten wat het proces is waar we jongeren voor nodig hebben. Als we mogen meedoen, maar er wordt verder niks met onze input gedaan verliezen jongeren hun vertrouwen. De expertise ligt bij jongerenorganisaties, zoals NJR. Die moeten elkaar beter vinden.”
‘Als we mogen meedoen, maar er wordt verder niks met onze input gedaan verliezen jongeren hun vertrouwen.’
Bram Geurds, bestuurslid van de Nationale Jeugdraad (NJR)
Als voorbeeld wijst hij naar België, waar jongerenorganisaties allemaal samenwerken op één platform van de Vlaamse overheid, samen met honderden partners. Dat platform kent één miljoen gebruikers. Geurds hoopt dat de overheid in Nederland ook zoiets samen met partners kan opzetten.
Olifantenpaadjes
Arjan Spruijt, bestuurslid externe betrekkingen bij het jonge ambtenarennetwerk FUTUR, loopt als jonge ambtenaar vaak aan tegen de systemen bij het Rijk. “We zoeken naar manier om slimmer te werken. We vinden vaak olifantenpaadjes, maar we krijgen niet altijd de beschikking daarvoor. Dat frustreert me soms. Ik werk vaak tussen organisaties en bedrijven in, dat moet slimmer kunnen. Elk ministerie heeft zijn eigen systeem, terwijl de buitenwereld veel sneller gaat. De overheid faciliteert dit onvoldoende.”
Als voorbeeld noemt hij het inzetten van digital twins. “Daar werk ik nu voor Rijkswaterstaat mee aan een ruimtelijke opgave in de stad. Ik zie dat steeds meer gemeenten dit middel inzetten, maar er is nog een lange weg te gaan om het beter te benutten. Het is nog te veel een speeltje van ICT’ers, terwijl het juist echt breder kan helpen bij opgaven.” Te vaak staat privacy in de weg, stelt Spruijt. “Dit moet echter geen reden zijn om iets niet te doen. We moeten het op een goede manier organiseren, maar het moet geen struikelblok zijn.”
Frisse wind
Jonge ambtenaren zijn dan ook de frisse wind binnen de overheid, die kunnen helpen met veranderen, stelt rijks I-Trainee, en voorzitter van JongECP, Lucas Moers. Zeker als het gaat om ICT en datavraagstukken.
“Ik ben een digital native. Wij als jongere generatie kunnen daarom valide input leveren, omdat wij een andere tijdsgeest hebben. We kunnen impact maken door bijvoorbeeld de struikelblokken waar we tegenaanlopen te laten zien. Er zijn per jaar ongeveer zeventig Rijks I-Trainees. Betrek ze er meer bij.”
‘We organiseren onze ICT op basis van bestaande structuren, maar die staan haaks op moderne werkvormen die meer horizontaal werken.’ Lucas Moers, rijks I-Trainee, en voorzitter van JongECP
Moers worstelt wel met de systemen. Omdat hij voor zowel BZK als OCW werkt kan hij moeilijk met dezelfde laptop in de verschillende virtuele omgevingen. “Onder welk systeem val ik nu? Bij wie moet ik zijn?” Zuurmond herkent de klacht. “We organiseren onze ICT op basis van bestaande structuren, maar die staan haaks op moderne werkvormen die meer horizontaal werken.” Een goed voorbeeld van hoe het hoort, noemt Moers Estland. “Daar zijn ze in hun digitalisering heel transparant richting burgers, bijvoorbeeld hoe ze omgaan met gegevens. Zo win je vertrouwen.”
Actieve Openbaarmaking
Brechje Schouwerwou, adviseur Actieve Openbaarmaking bij BZK, werkt zelf aan de transparantie van de overheid. Ze ziet veel angst over het proactief openbaar maken. “Het komt veel in het nieuws, het gaat om gevoelige dossiers, en de werkdruk is al hoog. Er komen al zoveel Woo-verzoeken binnen. Wordt dat niet nog veel meer als je meer actief gaat openbaar maken?” In de ideale overheid volgens Schouwerwou zou je als ambtenaar actieve openbaarmaking standaard in je werkpakket hebben. “Dus dat je als ambtenaar daar niet meer over nadenkt, en het niet meer voelt als extra stap. Daar is technische ondersteuning voor nodig en dat gaat nog niet zo makkelijk.”
Hybride werken
Een probleem dat Tom Scheepstra, beleidsmedewerker DGPenV Staf bij het ministerie van JenV, en tot vorig jaar landelijk voorzitter van CDJA, ziet is dat jonge ambtenaren te weinig begeleiding krijgen van meer ervaren collega’s. “De overheid is flexibeler gaan werken, en er is meer ruimte voor jongeren. Maar zij zien te weinig oudere collega’s op kantoor. Die werken nu meer vanaf huis. Een jong iemand heeft kennisoverdracht nodig. We hebben de oudere collega dus nodig op kantoor. We komen te weinig mensen tegen om het vak te leren.”
Verder vindt Scheepstra dat Outlook in het werk heerst als een dictator. Ook kan volgens hem de helft van het overleg korter of zelfs geschrapt worden. “Mensen zijn de hele dag aan het vergaderen of met Outlook bezig. Pas ’s avonds kom je toe aan de dingen die je overdag had willen doen. Het is een valkuil dat je alles goed wilt doen, dat heb ik zelf ook ervaren.”
Over Informatie Gesproken
Tussen de gesprekken door overhandigt ambassadeur Eppo van Nispen tot Sevenaer namens de maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken een manifest aan Nathan Ducastel, directeur VNG Realisatie. Informatie moet niet alleen beschikbaar, betrouwbaar en begrijpelijk zijn, maar ook vindbaar en toegankelijk, aldus het manifest. De oproep voor transparantie in de ambtelijke eed, spreekt hem dan ook aan.
De coalitie deelt daarin zeven zorgen en actiepunten voor de overheid om op te pakken. Zo pleit ze ervoor om de ambtelijke eed aan te passen met actieve openbaarmaking erin. Ducastel erkent dat er nog veel werk ligt om de informatiebasis op orde te krijgen. De oproep voor transparantie in de ambtelijke eed, spreekt hem dan ook aan.
De bestuurders zijn blij met de ervaringen van de jonge ambtenaren. “Het is mooi te horen dat het gevoel van niet echt serieus te worden genomen niks met ICT heeft te maken”, stelt Nispen van Sevenaer. Hij noemt het idee voor één platform voor jongerenorganisatie goed, maar daar moet wel campagne op worden gevoerd.” Ducastel adviseert de jonge ambtenaren dat ze moeten oppassen niet dezelfde taal te gaan spreken als oudere ambtenaren. “Als je verder wil, moet je dat loslaten. Er is een ander begrippenkader nodig, een andere manier van denken, voor verandering.” Lucas Lombaers, directeur van het rijksbrede programma Open Overheid raadt aan om zo snel mogelijk over interne perikelen heen te stappen en te kijken wat doen we kunnen doen met de samenleving. “Ons werk is toch vooral hoe we burger kunnen helpen.” Wat Zuurmond opvalt in de verhalen van de jongeren is het menselijke element. “Er is echt behoefte aan een toegankelijke, transparante en menselijke overheid.”
Een stem voor jongeren
In de tweede ronde schuiven naast Ducastel en Lombaers ook concerndirecteur Jan van Ginkel van de provincie Zuid-Holland en Eva Heijblom, de nieuwe directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie bij BZK, aan. “We kunnen veel meer doen met de jongeren die we al binnen bij het Rijk hebben”, stelt zij. “We moeten ze een stem geven. Ik maak me zorgen om de uitstroom onder jongeren. We hebben ze nodig. Het is nu het uur U voor het programma Open Overheid. We moeten kijken naar werkplek van de toekomst. Hoe ziet die Rijksoverheid er dan uit? Jullie moeten mij ook helpen om de goede dingen te doen”, richt ze zich tot de jonge ambtenaren.
Wat nog in de weg zit volgens Heijblom, is dat er te veel schotten binnen de overheid zijn. “Daar heeft zowel de organisatie zelf, als de samenleving last van.” Zuurmond vult aan: “We hebben een modernere overheid nodig die meer samenwerkt in wisselende coalities, en niet eentje met de vraag wie gaat waar over.” BZK zoekt daarom dan ook de samenwerking met de VNG, vertelt Heijblom. “De nieuwe werkwijzen die nodig zijn bij de maatschappelijke opgaven snijden door bestuurslagen heen.”
‘Doe wat volgens jou goed en nodig is, maar doe het wel in verbinding met anderen en ten bate van de maatschappelijke opgave’ Eva Heijblom, directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie bij BZK
“Begin daarom nu bij je werk, en bij stap 10 komen we de regels wel tegen”, adviseert Van Ginkel de jonge ambtenaren. “Doe wat volgens jou goed en nodig is, maar doe het wel in verbinding met anderen en ten bate van de maatschappelijke opgave. Jonge mensen hebben goede energie. Die hebben we nodig voor verandering in de organisatie.”
Dat vraagt wel lef. “Vraag daarom om hulp”, raadt Heijblom aan. “Zeker binnen departementen loop je tegen muren en beperkingen aan. Dat vraagt veel van je persoonlijke leiderschap.” Die muren zie je overigens niet altijd en zijn vaak gedicteerd door organisatiecultuur en arbeidsvoorwaarden, vult Ducastel aan. “Daarom moeten we alert zijn op welke prikkels in het systeem die ervoor zorgen dat mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen.” Helpen nieuwe systemen daar dan wel bij, vraagt Zuurmond zich af. “Krijg je dan niet de oude orde in nieuwe systemen?” Soms is er iets disruptiefs nodig voor verandering, denkt Heijblom. “Kijk naar hoe we door corona massaal digitaal thuis zijn gaan werken met Webex. Dat is nu niet meer weg te denken.” Lombaers benadrukt dat we vooral niet de techniek voorop moeten zetten. “Het gaat om de mensen, en waar ze behoefte aan hebben.”
Wat gaat er nu echt veranderen?
Al luisterend naar de bestuurders, vragen de jonge ambtenaren in de zaal zich af wat er nu echt gaat veranderen. “Jullie zeggen heel veel, maar wat gaat er structureel anders?”, vraagt Geurds zich af. “Ik heb stage gelopen bij de directie Democratie en bestuur bij BZK. De minister zei het belangrijk te vinden om jongeren meer te horen, maar er werd nog niet eens één fte voor vrijgemaakt. Zo gaat er niet veel veranderen. Als jongere wil je graag verandering bereiken, maar binnen drie maanden zat ik vast. Voordat ik het wist was ik een ambtenaar.” Heijblom schrikt ervan. “Je hebt gelijk: één fte is ook niets. Ik word een beetje verdrietig van dat je je beperkt hebt gevoeld.” Ze belooft er naar te gaan kijken.
Na alle grote affaires als de Toeslagenaffaire, stikstof en Groningen moeten we als overheid ons heel erg richten om de maatschappij verder te helpen, gaat ze verder. “Daarvoor hebben we denkers nodig, strategen met verschillende invalshoeken.” Zuurmond: “Misschien moeten we niet de burger centraal stellen, maar de relatie tussen overheid en burger. Hoe kunnen we zorgen dat die beter functioneert.”
Daarin is dus nog genoeg te doen met de huidige ICT en informatiehuishouding, concludeert Zuurmond. “Wat we vooral nodig hebben is dat jongeren het gevoel hebben dat hun werk impact maakt.”