Nieuws Over Informatie Gesproken
De draaideur van transparantie

Een week voor de val, op 27 mei, stemde de Tweede Kamer over16 moties die betrekking hebben op de uitvoering van de Wet open overheid (Woo). De helft van die moties - ingediend door regeringspartijen en SGP – is erop gericht de openheid in te perken.
Zo wil de Kamer het begrip emissiegegevens wijzigen, waardoor boeren niet langer dieraantallen en stikstofuitstoot openbaar hoeven te maken. Ook kan wat de Kamer betreft de publicatie van informatie worden opgeschort als er bezwaar tegen is gemaakt.
Hoewel de waterscheiding niet 100 procent is, lijkt het alsof de waardering voor openheid afhangt van de stoel waarop een politieke partij zit: die van de regering of die van de oppositie. Is dit een logische dynamiek of een cynisch spel dat het vertrouwen in de politiek verder uitholt?
De Woo werd in 2021 door de Kamer aangenomen, mede als reactie op het Toeslagenschandaal dat pijnlijk blootlegde hoe een gebrek aan transparantie desastreuze gevolgen kan hebben. De Woo werd kamerbreed gesteund- ook door PVV, BBB, SGP en VVD - en verplicht de overheid niet alleen om informatie op verzoek te delen, maar ook om zeventien categorieën informatieactief openbaar te maken. Een cultuurverandering; ‘open tenzij’ zou vanaf nu het parool zijn.
De praktijk blijkt echter weerbarstig. Het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) hekelt de moeizame uitvoering, de overschreden termijnen en soms zelfs ‘onwil’ bij overheidsinstanties. En juist hier zien we de politieke scheidslijnen scherp naar voren komen. Waarop positiepartijen en maatschappelijke organisaties hameren op het belang van de Woo en de noodzaak tot betere naleving, klinkt vanuit (delen van) de coalitie steeds vaker de roep om aanpassingen, om ‘inperking’.
Regeren: de last van het glazen huis?
Het is een bekend patroon: partijen die regerings verantwoordelijkheid dragen, lijken openheid soms als een last teervaren. Argumenten als ‘onwerkbaarheid’ van de Woo, ‘misbruik’ doorveelvragers en de bescherming van ‘beleidsintimiteit’ worden aangevoerd. Recentelijk nog pleitten coalitiepartijen als PVV en VVD voor het uitzonderen van interne departementale communicatie, terwijl dit cruciaal is om besluitvorming goed te kunnen reconstrueren.
Deze houding is verklaarbaar. Regeringspartijen beheren gevoelige informatie en zijn direct aanspreekbaar op beleidsresultaten. De druk om stabiliteit te bewaren en de regie over de eigen communicatie te houden, kan leiden tot een meer terughoudende opstelling. Er bestaat angst dat openheid leidt tot politieke schade of het verstoren van beleidsprocessen. Echter, wanneer deze terughoudendheid doorslaat naar het actief tegenwerken van transparantie verzoeken of het uithollen van de wet, wordt een grens overschreden.
Oppositie: transparantie als wapen
Voor oppositiepartijen is de dynamiek vaak omgekeerd. Zonderuitvoerende macht zijn zij voor hun controlerende taak en het formuleren van alternatieven sterk afhankelijk van toegang tot overheids informatie. Transparantie wordt dan een cruciaal instrument, een wapen zelfs, om de regering ter verantwoording te roepen, zwakke plekken in het beleid bloot teleggen en zich te profileren. Oppositiepartijen verzetten zich dan ook tegen de voorgestelde inperkingen van de Woo en pleiten juist voor betere implementatie en een cultuur van openheid.
Deze rolverdeling is inherent aan een parlementair democratie. De oppositie heeft de taak de macht te controleren, en informatie is daarvoor de brandstof. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zij de meest fervente pleitbezorgers van openheid zijn.
Wisselende standpunten voeden cynisme
Partijen die vanuit de oppositie vurig pleiten voor meer transparantie, worden op het regeringspluche vaak terughoudender. En omgekeerd. De VVD, die in 2021 nog voor de Woo stemde, behoort nu tot de partijen die de wet als ‘onwerkbaar’ bestempelen. De PVV, die in de oppositie er schande van sprak dat cijfers over de kosten van asiel en migratie werden achtergehouden -en in 2021 eveneens voor de Woo stemde - pleit nu voor inperkingen. De ambts berichten over de veiligheid van migratielanden worden sinds kort niet meer openbaar gemaakt.
Dit wisselvallige gedrag voedt het cynisme bij burgers. Deze dynamiek is meer dan een politiek spelletje; het raakt de kern van onze democratie. De informatie-asymmetrie tussen overheid en burger is inherent groot. Wetten als de Woo zijn bedoeld om die kloof te verkleinen en democratische controle mogelijk te maken. Wanneer de toegang tot informatie wordt bemoeilijkt of selectief wordt toegepast, vermindert dat het vertrouwen in de overheid. En dat vertrouwen staat al onder druk. Het is teleurstellend dat populistische partijen
Wegvoorwaarts
Wat is dan de weg vooruit? Het is naïef te verwachten dat de spanning tussen regeren en openheid volledig zal verdwijnen. Wel kunnen we streven naar een systeem waarin de principes van transparantie structureel beter geborgd zijn, ongeacht de politieke kleur van de regering. Dat begint meteen serieuze aanpak van Woo-verzoeken zoals het ACOI keer op keer benadrukt .Een grote stad als Amsterdam met complexe dossiers en eigenwijze burgers doet tegenwoordig 63 dagen over het beantwoorden van een Woo-verzoek. Waarom doet een gemiddeld ministerie er met 188 dagen drie keer zo lang over? Het antwoord is eenvoudig: in Amsterdam wordt er actief op gestuurd door de burgemeester en is het proces slim ingericht. Daar kunnen Haagse bewindslieden en departement en nog veel van leren.
Daarnaast is een sterke, onafhankelijke toezichthouder essentieel. Het ACOI vervult hierin een belangrijke rol, maar de discussie overeen Informatiecommissaris, die tijdens de totstandkoming van de Woo is gevoerd, verdient hernieuwde aandacht. Zo'n functionaris zou met meer bevoegdhedenkunnen waken over de naleving van de Woo.
En bovenal is een cultuurverandering nodig. Openheid moet niet worden gezien als een gunst of een last, maar als een integraal onderdeel van goed bestuur. Dat vereist politieke moed en leiderschap, juist van regeringspartijen. Het vergt de bereidheid om kwetsbaar te zijn, om fouten toe te geven en om verantwoording af te leggen, ook als dat politiek ongemakkelijk is.
Maatschappelijke Coalitie Over Informatie Gesproken
Guido Enthoven
Martijn Bennis