Keukentafelsessies Arre Zuurmond
Ontbijtsessie over de Wet open overheid (Woo)
.jpg)
Streamers
‘De overheid bedenkt wetgeving die te complex is in de uitvoering. Dan gaan ondernemers de overheid helpen’
‘Betekenisvolle transparantie is informatie die niet alleen openbaar is, maar ook beschikbaar, toegankelijk en begrijpelijk voor burgers’
‘Een transparante overheid wacht nietmaar maakt uit zichzelf dossiers openbaar, op zo’n manier dat informatiebegrijpelijk is, bruikbaar en relevant’
De Woo moet van actief openbaar naar betekenis volopenbaar
Het was alweer de vierde ontbijtsessie over de Wet open overheid (WOO) sinds de wet van kracht werd in 2022. In de Centrale Bibliotheek in Den Haag organiseerde de maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken (MCOIG) medio een uitgebreid gesprek met diverse tafelgasten. Gastheer was Bas Eenhoorn, voormalig Nationaal Commissaris Digitale Overheid. Minister Judith Uitermark van BZK reikte de jaarlijkse Transparantieprijs uit.
De maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken (MCOIG) is opgericht in de nasleep van het toeslagenschandaal om met meerdere partijen de rol van informatie te bespreken en te onderzoeken, zei voorzitter Martijn Bennis. ‘Wij streven naar een gelijkwaardige informatierelatie tussen burgers en overheid. Informatie is nodig om de macht te controleren en burgers toegang te geven tot de samenleving. We willen daarin een aanjager zijn, maar ook een luis in de pels van de overheid.’
Onderzoek informatiebehoefte
De eerste ronde ging over de spanning in die informatierelatie: wat openbaart de overheid en wat wil degene die informatie zoekt? Het Instituut Maatschappelijke Innovatie (IMI) deed onderzoek naar deinformatiebehoefte van burgers, journalisten en maatschappelijke organisaties. De behoefte is groot, zei directeur Guido Enthoven. De website Rijksoverheid.nl alleen heeft al 120 miljoen unieke bezoeken per jaar. Maar er is verassend weinig onderzoek naar wie wat nodig heeft. Wanneer de overheid dat duidelijker heeft, kan ze daar op inspelen in haar actieve openbaarmaking. Daarnaast kan de overheid veel Woo-werk voorkomen door in gesprek te gaan met verzoekers, zei Enthoven. ‘Kom tot elkaar over wat precies de vraag is en welke documenten verstrekt kunnen worden. Lukt dat niet, dan kan de rechter alsnog de doorslaggeven.’
Wie zoekt wat
Uit het onderzoek blijkt onder andere dat burgers vooral zoeken naar zaken die hen persoonlijk raken: schoolvakanties, VOG, lokale ruimtelijke plannen. De maatschappelijke informatie behoefte gaat over de grote landelijke thema’s, zoals stikstof en wonen. Journalisten zoeken vooral naar de totstandkoming van besluiten: wie, wat, waar, wanneer en waarom. Dergelijke informatie zit ook vaak in e-mailverkeer. Het volledige rapport ‘Onderzoekinformatiebehoeften’.
Openheid als simpel uitvoeringsinstrument
Journalist Bas van Beek is Woo-specialist bij Follow the Money, ‘een baan die niet zou moeten bestaan’, in zijn eigen woorden. Eenhoorn vroeg hem waarom zo veel bestuurders weerstand voelen bij openheid. Van Beek zei: ‘Het is geen sexy antwoord, maar een open overheid is complex. De informatiehuishouding van de overheid laat veel te wensen over, ze is niet gecentraliseerd en er is een enorm tekort aan informatie specialisten.’ Zijn grootste punt van kritiek is dat openheid geen simpel uitvoeringsdossier is maar Chef’s Sache. ‘Iedereen moet er wat van vinden en dat levert heel veel vertraging op. Als openheid een simpel uitvoeringsinstrument was, zouden we het werk met een paraaf af kunnen.’
Centraliseer openheid
De tijd lijkt rijp voor één uitvoeringsorganisatie open overheid op rijksniveau. Van Beek ziet dat wel zitten: ‘Dan houd de overheid haar specialisten in huis. Nu wordt Woo-werk steeds meer gedaan door private organisaties. Dat baart me zorgen.’ Eenhoorn herkende dit, onder andere van de AVG: ‘De overheid bedenkt wetgeving die te complex is in de uitvoering. Dan gaan ondernemers de overheid helpen.’
Juridische versus communicatieve logica
Erna Ruijer is onderzoeker bestuurs-en organisatiewetenschap bij de
Universiteit Utrecht (USBO). In opdracht van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI)deed zij onderzoek naar betekenisvolle transparantie. Dat is informatie die niet alleen openbaar is, maar ook beschikbaar, toegankelijk en begrijpelijk voor (kwetsbare) burgers. Om aan die behoefte tegemoet te komen, is een andere manier van denken nodig door bestuurders.
Ruijer legde uit dat de overheid handelt volgens juridische logica. Zij wil voldoen aan de wet, de juiste categorieën ontsluiten. Burgers gebruiken communicatieve logica: ze willen begrijpelijke informatie, die relevant is voor hen. Ruijer :‘Burgers praten niet over documenten, categorieën en convenanten. Zij willenweten hoe veranderingen in regels en beleid hen raakt.’ De onderzoekers pleiten ook voor gelaagdheid in informatie. Ruijer: ‘Een journalist wil ruwe gegevens en daar induiken. Voor een burger is beperkte informatie veel handiger.’
Openbaarde grote thema’s
Van Beek was niet verbaast door de uitkomsten. ‘Burgers zijn niet op zoek naar de informatiecategorieën maar naar bepaalde thema’s en onderwerpen. Vrijwel elk bestuursorgaan weet waar zij vragen over krijgen en het verbaast me dat zij zich daar niet op voorbereiden. Dat maakt het werk makkelijker dan achteraf vragen moeten beantwoorden, wanneer mensen weg zijn en mailboxen gesloten.’ Enthoven citeerde uit eigen onderzoek: ‘Ga actief aan de slag met de grote thema’s. Ministeries, provincies, gemeenten, ze zouden ieder jaar 1 dossier actief openbaar moeten maken en dat elk kwartaal bijwerken. Dat zijn op rijksniveau in 4 jaar 15departementen 60 grote dossiers. Dat is een enorme winst.’ Ruijer adviseert een strategische visie achter de openbaarmaking: ‘Formuleer het doel en deerschillende doelgroepen.’
Overheidszakenregelen te moeilijk
In de tweede ronde schoven Carina van Eck aan, gemeentelijke ombudsman voor Den Haag en Wietske Kamsma, programmamanager Alliantie Digitaal Samenleven.Kamsma zei dat ‘meedoen in een digitaliserende realiteit’ steeds complexerwordt voor een groeiende groep. Volgens de alliantie hebben 4,5 miljoen mensenmoeite met het zelfstandig regelen van overheidszaken. ‘Dat vergroot de klooftussen overheid en burger.’ Eenhoorn vroeg Van Eck hoe die kloof kleiner kan. Zijantwoordde dat, in de gemeentelijke dienstverlening, burgers vooral vragenstellen over de status van hun aanvraag. Van kapvergunning tot Wmo-aanvraag, alsmen die status kon inzien of als de gemeente snel (of überhaupt) reageerde, zouhet aantal klachten aanzienlijk afnemen.
Een tweede probleem is het gebrek aan communicatie tussenafdelingen. Door aanvragen in samenhang te zien kunnen ze beter en/of snellerworden afgehandeld. Tip van Van Eck: ‘Neem eens contact op met de aanvrager.’
Wat ontbreekt is empathie
Is de Woo dan niet meer dan een laatste poging om een antwoord te krijgen van de overheid, vroeg Eenhoorn de tafel. ‘Houdt zij zich op afstand?’ Ruijer zei dat zij tijdens het onderzoek een angstcultuur bespeurde in ambtenarenorganisaties wat betreft het openbaar maken van informatie. ‘Die kunnen we niet kunnen negeren.’ Meer empathie is nodig, zei Van Eck. ‘Wij moeten ons als ambtenaren verplaatsen in het leven van degene die de informatie nodig heeft.’ Kamsma vond dat informatie begrijpelijk moet worden gebracht. ‘En maak het mogelijk met een persoon in gesprek te gaan.’ Daarnaast wees zij op het belang van rechtszekerheid en rechtsbescherming. ‘Wijs mensen op hun rechten en op de mogelijkheid een klacht in te dienen.’
Afwegingskader
De slotronde begon met het advies van ACOI over actieve openbaarmaking, specifiek de inspanningsverplichting onder artikel 3.1 van de Woo. Dat rapport wordt voorde zomer uitgereikt aan Judith Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die ook aan tafel zat. Zij sprak de wens uit om als minister de relatie te verbeteren tussen overheid en burger. Dat hoorde ook bij‘de Woo houdbaar maken en haalbaar in uitvoering. We moeten mensen de informatiegeven waar ze behoefte aan hebben met voldoende duiding.’ De informatiehuishouding op orde hebben is dan belangrijk. Eenhoorn vroeg of zij het nuttig vond om vanuit BZK ‘wat meer indringend richting te geven aan de uitvoering van de Woo. 'Uitermark antwoordde dat daar nu een afwegingskader voor wordt gemaakt. ‘De Woo bestaat nu 3 jaar, dat is kort. We gaan de evaluatie van de wet ergens dit jaar opstarten.’
Laat juridische logica los
Namens ACOI zat collegelid Jamila Aanzi aan tafel. Zij legde uit dat ACOI praktisch heeft gekeken hoe te komen tot betekenis volle openbaarmaking. Het loslaten van juridische logica door de overheid is alvast 1stap richting meer vertrouwen. ‘Een transparante overheid wacht niet maar maaktuit zichzelf dossiers openbaar, op zo’n manier dat informatie begrijpelijk is en bruikbaar en relevant. Daar valt grote winst te behalen.’ Aanzi hoopte dat het advies de minister helpt om aan te jagen om openbaarheid een state of mindte laten zijn.
Uitvoerbaarheid versus veiligheid
Jolein Baidenmann, plv directeur Open Overheid en Bert Bouwmeester, Woo-ambassadeur VNG voltooiden het kwartet aan sprekers in deze ronde. Baidenmann zag meer volwassenheid rondom de Woo: ‘Van zo veel mogelijk openbaar maken gaan we naar de vraag welke informatie openbaar te maken.’ In die nieuwe fase zitten ook nuances, zoals de balans van uitvoerbaarheid en veiligheid. ‘Willen we informatie openbaar maken die kan leiden tot een gedegenkaart van cruciale infrastructuur in Nederland?’
Wet ondermijning overheid
Volgens Bouwmeester was de Wetopenbaarheid bestuur (Wob) voor gemeenten een uitvoeringskwestie. ‘De Woo leeft politiek en bestuurlijk. Dat is goed want dan gaat er geïnvesteerd worden. Dat is ook nodig want de burger kan met behulp van AI-tools sneller verzoeken indienen dan de overheid kan afhandelen. Daarom is het soms de Wet ondermijningoverheid.’ Bouwmeester riep gemeenten op hun eigen plan te trekken in het openbaar maken van dossiers en te doen wat goed is voor hun inwoners. ‘We moeten ons gaan verplaatsen in de informatie behoefte van burgers en journalisten. Ga met hen in contact over wat wij precies willen met het Woo-verzoek.’
Uitreiking Transparantieprijs 2025
De Transparantieprijs wordt toegekend aan personen en/of publieke organisaties die een belangrijke bijdrage leveren aan het vergroten van transparantie. De bijdrage moet een positieve impact hebben op de positie van de burger in de informatierelatie met de overheid. De uitreiking vormde het slot van deze bijeenkomst over de Woo.
De winnaar van de Transparantieprijs 2025 is het Openbaarheidscentrum Amsterdam, vanwege de laagdrempelige manier waarop burgers daar online en offline hulp en uitleg krijgen bij hun vragen om informatie. De Woo-chatbot van de gemeente Coevorden werd tweede vanwege de grote gebruiksvriendelijkheid van de oplossing. Kijk hier de pitches van de 4 finalisten.
De ideale overheid
Het online publiek kreeg gedurende de bijeenkomst een aantal stellingen om op te reageren. De uitkomsten werden samengevat en gepresenteerd door Mariëlle Sloof, veranderkundige, en Jeannine Tjin, directeur data & dienstverlening BMC. Het online sentiment kwam in grote lijnen overeen met de conclusies aan tafel. Grootste splijtzwam was de stelling ‘burgers hebben geen informatiebehoefte, ze hebben behoefte aan een overheid die hen serieus neemt’. De mening waren sterk verdeeld in voor en tegen. En dus was de volgende vraag: wat is dan een overheid die burgers serieus neemt? Samengevat is dat een overheid die bereikbaar is (één loket, echte contactpersonen), volwassen en persoonlijk communiceert (ontvangen én zenden),vakkundig handelt (informatievragen volledig beantwoordt) en doet wat ze belooft. De laatste vraag was welke stap de kijkers zelf gingen zetten om openbaarheid te vergroten. De grootste woorden in de woordwolk waren empathie, communicatie, chatbot, toegankelijkheid en gedrag.